Landbouwvennootschap, een buitenbeentje

De landbouwers maken overuren in deze periode van het jaar. Hoewel ze met steeds minder zijn, richten ze voor hun activiteiten steeds meer vennootschappen op. Niet zelden gaat het om een landbouwvennootschap, een buitenbeentje in het landschap van de vennootschapsvormen.

Een landbouwvennootschap kan uitsluitend opgericht worden voor de uitbating van een land- of tuinbouwbedrijf. Bijkomende activiteiten zijn niet toegestaan, tenzij de commercialisering van de vruchten van de eigen onderneming.

Rechtspersoonlijkheid

De landbouwvennootschap heeft ook rechtspersoonlijkheid. Dat betekent dat leveranciers en klanten zakendoen met deze firma en niet met de privépersonen achter de vennootschap.

Twee soorten vennoten

De vennootschap kan twee soorten vennoten tellen: stille en werkende. De stille vennoten brengen alleen geld in. Verder reikt hun aansprakelijkheid niet. De werkende vennoten, zeg maar de ‘boerende boeren’, staan daarentegen met hun volledig privévermogen in voor de verbintenissen van de vennootschap.

Geen verplichte publicatie

Voor een schuldeiser is het niet altijd eenvoudig om zicht te hebben op de financiële sterkte van een landbouwvennootschap. De vennootschap is immers niet verplicht om jaarrekeningen op te maken en te publiceren. Bij de start is er evenmin een financieel plan verplicht.

Minimumkapitaal

Het minimumkapitaal voor de oprichting van een landbouwvennootschap bedraagt 6.150 euro en moet volledig volstort worden. Dit kan desnoods ook in natura. De tussenkomst van een bedrijfsrevisor is hierbij echter niet vereist.

De oprichting kan gebeuren bij onderhandse of authentieke akte. Een authentieke akte is verplicht als bij de oprichting onroerende goederen of rechten worden ingebracht.

Inkomen rechtstreeks naar vennoten

De landbouwvennootschap is fiscaal transparant. Dit betekent dat de inkomsten van de vennootschap geacht worden rechtstreeks toe te komen aan de vennoten. Zij worden er dan ook op belast in de personenbelasting. Landbouwers hebben daarbij de mogelijkheid om te kiezen voor een forfaitaire berekening van hun inkomsten. Willen ze niettemin toch onder de vennootschapsbelasting vallen, dan moeten er minstens drie vennoten zijn en moet het minimumkapitaal 30.950 euro bedragen.

Steun van investeringsfonds

De landbouwvennootschap geeft de landbouwers ten slotte ook de mogelijkheden om onder de voorwaarden van de pachtwetgeving en de steun van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds te blijven.