De gevaren wanneer men kredietinformatie gaat crowdsourcen
Terug naar overzicht
blog

Wet maximale betaaltermijnen: neemt u het voortouw?

De wet op maximale betaaltermijnen biedt veel mogelijkheden om het betalingsgedrag te verbeteren. Maar enkel wanneer een grote groep ondernemers de wet toepast, zullen wij er ook echt resultaat van zien.

Het uitgangspunt van de nieuwe wet is tweeledig: paal en perk stellen aan excessieve betaaltermijnen én wanbetalers bestraffen.

Er is vastgesteld dat (grote) klanten bij hun (kleine) leveranciers vaak overdreven lange betaaltermijnen eisten. Bovendien werden de betaalafspraken dikwijls niet nagekomen. Omdat betalingsachterstand een vorm van contractbreuk is en contractbreuk strafbaar is, is de wet op de maximale betaaltermijnen ontstaan.

De inhoud van de wet is de volgende:

  • De wet is geldig voor alle betalingen bij handelstransacties tussen overheidsdiensten en ondernemingen of tussen ondernemingen onderling (dus niet voor consumenten).
     
  • Voor B2B is de standaard betaaltermijn 30 dagen volgend op dag van ontvangst van de factuur of ontvangst van de goederen/diensten. Dit laatste is wanneer de datum van de ontvangst van de factuur niet vaststaat of de factuur vroeger ontvangen werd dan de goederen/diensten. Als de wet of de overeenkomst een verificatieperiode van de factuur voorziet, dan mag die niet langer duren dan

30 dagen en moet de factuur maximum 30 dagen na afloop hiervan betaald worden.

  • Voor de overheid geldt nog steeds de wet inzake overheidsopdrachten maar voor kleine eenvoudige bestellingen kunt u deze wet gebruiken op dezelfde manier als hierboven voor B2B omschreven.
     
  • U kunt de betaaltermijn van 30 dagen verlengen tot 60 dagen als beide partijen dit uitdrukkelijk overeenkomen. Zelfs meer dan 60 is onder dezelfde voorwaarde mogelijk. Er mag geen sprake zijn van ‘kennelijk’ onbillijk.
     
  • De leverancier heeft automatisch recht - tenzij het in het contract anders staat- op de referentie-interest (nu 1%) verhoogd met 8% en ‘een redelijke schadevergoeding’ van minstens 40 EUR (zonder aanmaning) als vergoeding voor de invorderingskosten. Als er meer incassokosten zijn is er een redelijke schadeloosstelling voorzien.

Ik ben zeer benieuwd wat de wet in de praktijk zal opleveren, want deze wet is volgens mij een gemiste kans. Ik geef u graag de redenen hiervoor:

  • Er zit weinig druk achter om de voorwaarden ook effectief toe te passen, vooral wat betreft de maximale betaaltermijn.
     
  • Langere termijnen blijven mogelijk wanneer beide partijen het erover eens zijn. Een leverancier die graag wil verkopen kan vaak niet anders dan de voorwaarden van de klant te accepteren.
     
  • De wet is zeer vrijblijvend omdat ze van aanvullend recht is. Dit betekent - om het even in onderwijstermen uit te drukken – dat het toepassen ervan een ‘magje’ in plaats van een ‘moetje’ is.
     
  • De overheid doet mee, maar enkel voor kleine en eenvoudige bestellingen. Het is net bij grote projecten dat leveranciers regelmatig in problemen komen omdat de overheid te laat betaalt en de voorfinanciering zwaar om dragen is.

Was het beter geweest om de wet strenger te maken? De effectiviteit zou er zeker door verhogen. Ik hoop dat deze wet toch nuttig gaat zijn en dat kan wanneer vele ondernemers ze als uitgangspunt nemen. Wie durft? Welke ondernemingsorganisaties en beroepsverenigingen roepen hun leden op om deze wet consequent op te volgen? Wie maakt er een ‘deontologische code’? Wie neemt het voortouw?

Gelijkaardige publicaties