Quatre bonnes raisons pour les professions libérales de créer une société
Terug naar overzicht
blog

Ondernemerschap zal vanaf 1 november ook de lading dekken

Opinie door Tine Holvoet, Senior Research Associate bij Vlerick Business School

Moet je anno 2018 een bvba of nv oprichten om van een ondernemende way of life te spreken? Met de hervorming van het ondernemingsrecht wordt ondernemerschap een eigentijds en-en-verhaal, inclusief kmo’s, social entrepreneurs, micro-ondernemers, groeibedrijven, startups, P2P-ondernemers en freelancers.

Een sterke ondernemerschapscultuur toont immers de werkelijkheid en plaatst een divers ondernemersverhaal in de spotlights. Succesvol ondernemerschap en de gecreëerde toegevoegde waarde kan zo breder begrepen en ingevuld worden. Rolmodellen duiken op in een ruimere context en het jargon wordt aangevuld met minder generisch business lingo. En … onafhankelijk van het statuut van een organisatie kan het debat gaan over tewerkstelling, zelfontplooiing en innovatie, toch de bron van de onbegrensde aandacht voor het onderwerp?

Ruimer begrip

Vanaf 1 november 2018 zal de term ‘ondernemerschap’ de lading dekken. Met de hervorming van het ondernemingsrecht maken Minister Koen Geens en zijn kabinet komaf met een verouderd en eng ondernemerschapsbegrip. Tot nu telden we enkel vennootschappen zoals bvba’s en nv’s onder ‘echt’ ondernemerschap. Met de wetswijziging zullen vrije beroepen (denk aan een advocatenkantoor of architectenbureau), landbouwbedrijven en vzw’s eindelijk meetellen als volwaardige ondernemingen. Daarmee wordt de kijk op ondernemerschap vanuit het wettelijk kader alvast verruimd. Deze uitbreiding strookt met het pleidooi voor een meer divers ondernemerschapsbegrip, een advies dat we op basis van onderzoek aan Vlerick Business School sinds 2012 expliciet formuleren.

Gebrek aan zelfvertrouwen

Het beeld moet ook worden bijgeschaafd, want in vergelijking met onze buurlanden kan succesvol ondernemerschap in Vlaanderen immers op weinig waardering rekenen. Volgens de Global Entrepreneurship Monitor geeft slechts 57% van de Vlamingen aan dat succesvolle ondernemers een hoge status genieten. Daarnaast is de zelfperceptie problematisch. In 2015 vertrouwden slechts 3 op 10 Vlamingen op hun eigen kennis en vaardigheden om een zaak op te starten. Het zelfvertrouwen is dermate laag dat we er internationaal mee opvallen, zeker wat vrouwen betreft: 79% van de bevraagde vrouwen gelooft niet in haar eigen kennis, bekwaamheid en ervaring om een onderneming te starten. De fail forward campagnes van de afgelopen jaren kwamen geen dag te vroeg.

Gebrek aan rolmodellen

Wat is er nog aan de hand? Een gebrek aan rolmodellen? De helft van de bevraagde Vlamingen stelt dat er in de media onvoldoende aandacht is voor de succesverhalen van nieuwe organisaties en ondernemers. Het gevoel dat succesvolle ondernemers als rolmodel beperkt in the picture staan, ligt in lijn met een analyse van het televisiejournaal in de periode 2003-2014 die we uitvoerden aan Vlerick Business School (Holvoet, Van Steen, Bosma & Crijns, 2014). Daaruit blijkt de aandacht voor ondernemerschap summier is. Het overwicht van boodschappen ging over business creation (de startup) als het enige scenario voor een ondernemende way of life. Er werd zelden gerapporteerd over overnames, en nog minder over zogenaamd heterodoxe professionele carrières, waar ondernemerschap en werknemerschap flexibel afgewisseld of gecombineerd wordt, laat staan over intrapreneurship of ondernemende werknemers. Het ondernemend proces werd meestal lineair beschreven, meestal als een one-shot-story van succes of falen en niet als bijvoorbeeld een reeks gelijklopende al dan niet succesvolle alternatieve inzetten. En nee, een vzw of ngo werd niet vermeld in het ondernemerschapsnieuws.

Ondernemerschap als politieke doelstelling

Wordt de complexiteit bewust vermeden? De ondernemer wordt steevast afgespiegeld tegenover een “problematische” ander: de saaie werknemer of nog erger de werkloze. De sociale en etnische achtergrond van de gerepresenteerde ondernemers is monotoon. Slechts een kleine minderheid van de besproken rolmodellen is een vrouw (20% van de geïnterviewde ondernemers in het journaal, 6,5% in het onderzochte krantennieuws in de periode 2003-2014 (zie Holvoet, Van Steen, Crijns, 2016)). Ook werd zelden het persoonlijk netwerk van ondernemers (succesvolle en onsuccesvolle) in beeld gebracht. Ondernemerschap werd ook consistent gerapporteerd als een politieke doelstelling: meer ondernemerschap is beter, in tegenstelling tot uitspraken in de UK waar meer ondernemerschap niet perse als een positieve politieke doelstelling wordt verwoord, maar bijvoorbeeld als gevolg van crisis en afnemende kansen op de arbeidsmarkt.

Mentaliteitswijziging bij de overheid

De uitbreiding van het wetskader bewijst de positieve mentaliteitswijziging bij de overheid als het gaat over ondernemerschap. Ondernemerschap zelf is in volle transitie en dat komt duidelijk aan. Je zou kunnen zeggen dat het denken over ondernemerschap entrepreneurial wordt en dat Minister Koen Geens zich hier als een ware intrapreneur presenteert:

“Ondernemen een passie. Of dat nu binnen een bedrijfscontext is of binnen een vzw met maatschappelijke doelstelling, allen staan vroeg op, lopen heel de dag rond en zijn ’s avonds nog niet moe. Ik ben dan ook tevreden dat we met deze hervormingen hun passie kunnen ondersteunen en ongelijke behandelingen kunnen wegwerken. Het zijn zij die met hun organisatie of bedrijf groei, banen en welvaart creëren. Als minister van Justitie is het dan ook mijn taak om hen een zo aangenaam mogelijk ondernemersklimaat te bieden met een ondernemersrecht dat is aangepast aan de moderne tijden.”

De vzw als financieel gezonde werkgever

Nieuwe thema’s brengt hij zo indirect aan bod: hoe brengt ondernemerschap fundamenteel verandering in de samenleving? Wat is de impact van (sociaal) ondernemerschap op het welbevinden? 

De Belgische wetgever telt vanaf 1 november dus meer dan een miljoen ‘ondernemingen’, waarvan 150.247 non-profit organisaties met rechtspersoonlijkheid (zoals geregistreerd op 1 januari 2018). Maar, is de inclusie van de vzw’s terecht? De data van Graydon laten toe om deze beleidskeuze te documenteren. In een indrukwekkend rapport brengt Graydon alvast het belang van vzw’s in kaart. We krijgen inzicht in de aantallen en de categorieën, in de gecreëerde tewerkstelling en in de economische gezondheid van de verenigingen in ons land. Via de scores van Graydon kunnen we de impact van vzw’s vergelijken met die van de ‘bedrijven’. 

Wat blijkt? Onze intuïtie zat goed toen we in 2012 reeds de keuze voor deze uitbreiding onderbouwden. Meer zelfs, we kunnen vermoeden dat ook de FOD Economie, VLAIO, en alle ondernemingsorganisaties de keuze van het kabinet Justitie zullen volgen wanneer blijkt dat de zogenaamde non-profit niet minder dan 39,49% van de grote (+100 werknemers) ondernemingen telt in België (waarvan 19,03% zelfs tussen de 500 en 999 werknemers tewerkstelt). Daarbij komt nog dat vzw’s de afgelopen 10 jaar instonden voor 45,4% (!) van het totaal aantal nieuwe jobs in België. Vzw’s zijn niet enkel uitstekende werkgevers, ze vertonen zich bijzonder financieel gezond en beschikken over stevige reserves. Is dan niet de vraag hoe we dit model als alternatieve blockbuster in de Gazelle-typologie kunnen integreren? En … hoe is het mogelijk dat de vzw niet eerder een volwaardige plaats kreeg in het debat? Dit lijkt op hardcore silo-denken.

19,6 miljard euro aan geldbeleggingen en liquide middelen

Hoe kunnen we vanaf vandaag deze best practices detecteren en versterken? Kunnen we de ondernemers in vzw’s een eerlijke behandeling garanderen? Je ziet het immers in elke business school, de enige executives die geen beroep kunnen doen op ondersteuning via subsidies zoals de KMO-portefeuille leiden een vzw of ngo. Komt hier verandering in en overschrijdt subsidiering binnenkort statutaire grenzen? Wat met belastingvoordelen? Graydon onthult hoe vzw’s over enorme reserves beschikken. Met betrekking tot alle jaarrekening-publicerende non-profitorganisaties noteert Graydon een volume van 19,6 miljard euro (!) aan geldbeleggingen en liquide middelen. Op zich positief, maar toch rijst de vraag of deze beschikbare middelen efficiënt worden beheerd en geïnvesteerd? Het is duidelijk dat deze wetswijziging slechts de katalysator is voor een nieuw arsenaal aan slimme prikkels voor tewerkstelling en innovatie. 

Meten is weten

Tot slot een grote kanttekening. Bovenstaande positieve signalen komen van de actieve vzw’s, en in het bijzonder de kleine groep van grote spelers die omzet publiceert. Graydon wijst echter op ongeveer 45% (!) van de non-profits die geen enkele activiteit meer ontplooien en dus sluimerend een non-actief bestaan leiden. Meten is weten. Gelukkig heeft de wetgever, via de nieuwe insolventiewet van 11 augustus 2017, ervoor gezorgd dat ondernemingen die een niet-actief bestaan leiden, sneller kunnen worden opgespoord om, desgevallend, uit het rechtsverkeer te worden gehaald. Een uitnodiging tot digitale hygiëne in de Kruispuntbank!

Download de gedetailleerde studie:

Non-profit: een uitbreiding van het ondernemerslandschap

Gelijkaardige publicaties