Is de nieuwe vennootschapswet boost voor sociaal ondernemerschap?
Terug naar overzicht
blog

Is de nieuwe vennootschapswet boost voor sociaal ondernemerschap?

“Politici praten graag over ondernemerschap, maar focussen daarbij teveel op snelle internationale groeiers.” Dat zei Tine Holvoet, senior research associate aan Vlerick Business School, op de Graydon Inspiration Session. Vzw’s worden steevast buiten beschouwing gelaten. Nochtans zou een opwaardering van sociaal ondernemerschap de economie fors vooruit helpen. De nieuwe vennootschapswet, zo meent Holvoet, is een eerste belangrijke stap in de goede richting.

Knuffelthema

“Ondernemerschap is een knuffelthema”, startte Holvoet haar lezing op de Inspiration Session rond de nieuwe vennootschapswet. Niemand is tégen ondernemerschap, dus wordt het onderwerp gekaapt door politici van alle partijen. Maar het type ondernemerschap dat platgeknuffeld wordt, zo blijkt uit haar onderzoek, is heel beperkt. Het gaat steeds om gazelles: fotogenieke scale-ups die snel groeien, meestal ook over de landsgrenzen.

Vzw’s een blinde vlek

Die focus is niet zonder gevolgen. Zo krijgen vzw’s amper aandacht in het discours rond ondernemen. Een gevolg van de opsplitsing van statuten in ons land. Nochtans stellen ze heel wat mensen te werk. Een Graydon-studie van de non-profit toonde onlangs dat 39,49 procent van de grote bedrijven in België - bedrijven die meer dan 100 werknemers tellen – vzw’s zijn. Samen zijn ze goed voor ruim 300.000 jobs. Maar vzw’s zijn een blinde vlek in gesprekken of onderzoeken over ondernemen. Van de ruim 150.000 vzw’s is slechts een klein deel btw-plichtig, nog een kleiner deel publiceert een jaarrekening of omzet. Wie de moeite doet om de beperkte cijfers toch te bekijken, ontdekt nochtans financieel gezonde entiteiten.

Gigantisch potentieel

“De uitsluiting van vzw’s uit de gazellentypologie is niet onschuldig”, benadrukt Holvoet. Het doorsnee bestuur van een vzw ziet zichzelf bijvoorbeeld helemaal niet als ondernemer(s). “De meesten reageren verkrampt op klassieke ondernemerstermen als revenue streams of growth hack, zegt Holvoet. “Er heerst een negatieve connotatie rond die begrippen.”

Omdat de meeste vzw’s zichzelf niet identificeren als ondernemingen, heerst er een tekort aan financiële kennis en kunde in veel besturen. Zo maken weinig vzw’s gebruik van de kmo-portefeuille omdat ze het niet kennen of denken dat het niet voor hen is bedoeld. Daardoor blijft er heel wat potentieel liggen. Een punt dat ook N-VA -parlementslid Lorin Van Parys later op de dag maakte. “Uit een streekproef bij 630 vzw’s in 2015, bleek uit cijfers van Graydon een gezamenlijke beschikbare reserve van 1,4 miljard euro.”

Reserves zijn op zich natuurlijk geen probleem - integendeel zelfs - maar in dit geval gaat het toch om erg veel geld waar helemaal niets mee gebeurt en dus waarde verliest. De centra van Kind en Gezin bijvoorbeeld, hebben 64 procent reserve tegenover hun balanstotaal. “In tijden van krappe budgetten, is het jammer dat dit geld niet geïnvesteerd wordt in beter sociaal welzijn”, argumenteert Van Parys.

To distribute of not to distribute

Dan rijst natuurlijk de vraag hoe we dat potentieel kunnen aanboren. Volgens Holvoet is de nieuwe vennootschapswet van minister van justitie Koen Geens (CD&V) een stap in de goede richting. “Het doel van de wet, namelijk meer banen en welvaart creëren, is niet nieuw. Maar het feit dat de minister kiest voor een inclusief ondernemersbegrip is wél vernieuwend.”

De nieuwe vennootschapswet sloopt de klassieke grens tussen verenigingen en bedrijven. Vzw’s, stichtingen en vennootschappen vallen voortaan onder hetzelfde wetboek. Het kabinet Geens maakt daarmee ook voorgoed een einde aan de hardnekkige mythe dat vzw’s geen winst mogen maken of handel drijven. Dat mogen ze wél. Het enige verschil met een vennootschap is dat bij pakweg een nv winst maken een doel op zich is, bij een vzw dient de winst om het vooraf bepaalde doel - van een buurtfeest tot armoedebestrijding - te verwezenlijken. Bijgevolg wordt eventuele winst nooit uitgekeerd aan bestuurders.

Concrete voorstellen

“Ondernemerschap is meer dan een bedrijf dat winst wil maken, het is een idee, een manier van communiceren. Minister Geens volgt deze denkwijze in de nieuwe wet”, meent Holvoet. Volgens haar komt het er nu op aan de bestuurskracht in vzw’s te verhogen en te investeren in ondernemerschap binnen vzw’s.

Van Parys heeft daartoe al enkele concrete voorstellen, zoals de oprichting van een reservefonds, met eventueel de overheid als facilitator, dat investeert in zorg. Een win-win: er gaat meer geld naar sociaal welzijn én de betrokken vzw’s halen hogere rendementen. Of een vrijstelling van de patrimoniumtaks, in ruil voor activering van reserves.

Gemeenschappelijke taal

Volgens Holvoet is er meer nodig dan wetgeving alleen. “Het gaat echt om het betrekken van een groep die tot nu toe uitgesloten bleef in debatten of platvormen rond ondernemerschap.” Volgens haar is dat overigens best doenbaar. “Als we in workshops mensen uit de sociale sector een business model canvas voorschotelen - nochtans een klassieke tool onder ondernemers - hebben ze het vaak moeilijk”, zegt Holvoet. “Maar als we dat model vervangen door het business model canvas for social profit, lukt het plots wel. Het verschil zit hem vooral in nuances: revenue streams worden resultaat en customers worden relaties. Dat we met zo’n eenvoudige aanpassingen mensen over de streep trekken, bewijst dat de kloof helemaal niet zo groot is.”

Gelijkaardige publicaties