Open Data: wat Nederland kan leren van België
Terug naar overzicht
blog

Open Data: wat Nederland kan leren van België

De Belgische minister van Digitale Agenda Alexander De Croo (Open Vld) voert een erg ambitieus beleid ten opzichte van open data. Hij kondigde afgelopen zomer aan dat de Belgische overheid tegen 2020 haar data proactief ter beschikking wil stellen. Op dat vlak kan Nederland nog wat leren van zijn Zuiderbuur. Al heeft ook België, ondanks de inspanningen, nog een lange weg te gaan opdat het bedrijfsleven optimaal gebruik zou kunnen maken van overheidsdata.

De Open Knowledge Foundation publiceert jaarlijks een ranglijst van landen met hun status op het gebied van open data. Op deze lijst staat de UK met stip op nummer 1, evenals op de ranglijst van de World Wide Web Foundation. Op de OKF-lijst staat Nederland op nummer 16 en België slechts op een 53ste plaats, achter landen als Kazachstan en Rwanda.

Is het in België dan zo pover gesteld? Helemaal niet. De score wordt bepaald aan de hand van al dan niet beschikbare datasets over een vast aantal onderwerpen. Als België bijvoorbeeld zou besluiten een degelijke landkaart te publiceren en een postcodetabel met coördinaten, krijgt het Nederland al aardig in in het vizier. Nederland van zijn kant zou enkele plaatsen kunnen stijgen als het zijn Handelsregister en data over het openbaar vervoer zou vrijgeven.

Wat in beide landen vandaag echter ontbreekt, is een digitaal inzicht in de overheidsuitgaven. Noch België, noch Nederland stellen dit via open data-bronnen ter beschikking. Overigens schieten de meeste landen hierin tekort. Van de 97 landen op de OKF-lijst, scoren alleen de UK en Griekenland op dit onderwerp de maximale 10%.  

Veelbelovende strategie van De Croo

Hoewel de verschillen op de ranglijst fors zijn, blijken de feitelijke verschillen eigenlijk wel mee te vallen en zijn ze zeker te overbruggen mits de juiste aanpak.  De aankondiging van Alexander De Croo van afgelopen zomer is in deze zin veelbelovend. Er staan een aantal belangwekkende zaken in met betrekking tot de open data-strategie van België:

  • Gratis hergebruik zonder bronvermelding vergemakkelijkt de combinatie van datasets.
  • Data moet ook ‘zoveel mogelijk’ worden aangeboden in technisch leesbare formaten, wat het mogelijk maakt om deze data op een geautomatiseerde manier binnen te halen en te interpreteren.
  • Eén federaal dataportaal is heel belangrijk om het probleem van de ‘versnipperde data’ tegen te gaan.
  • Maar verreweg het belangrijkste is de switch naar ‘Open by Default’.  Alle overheidsdata is ‘openbaar beschikbaar tenzij’.

Simpel principe, complexe toestand

Vooral van dat laatste kan Nederland wat leren. In september 2013 kwam de overheid op de proppen met de plannen ‘Visie Open Overheid’ en het ‘Actieplan Open Overheid’. Met beide publicaties is weinig mis, maar nergens is in een duidelijk statement te vinden dat ook Nederland het ‘Open by default’-principe omarmt. Nochtans werd dit principe in 2013 ook door de G8 aangenomen in het Open Data Charter.

Minister Plasterk verwijst in zijn antwoord op Kamervragen over dit onderwerp naar bovengenoemde documenten, maar houdt vooralsnog een flinke slag om de arm:

Ik ondersteun het principe ‘Open by default’, open tenzij … Maar dit is er niet van de ene op de andere dag. ‘Open by default’ heeft organisatorische, technische, financiële en culturele aspecten die belangrijk zijn in de uitwerking van dit principe en die in het nieuwe actieplan dan ook aan de orde komen.”

En zo wordt een simpel principe weer een complexe toestand van mitsen en maren.

Miljoenen euro’s winst voor het bedrijfsleven

De vraag aan de overheid om open data ter beschikking te stellen klinkt steeds luider. En dat is niet abnormaal. Ten eerste is er de eis dat de overheid in een democratie controleerbaar en derhalve in alle opzichten transparant dient te zijn. Een tweede argument is dat het beschikbaar stellen van data een stimulator kan zijn voor de economie.

Het zijn heus niet enkel ICT-knutselaars die nieuwe apps willen ontwikkelen die baat hebben bij betere toegang tot data. Voor België heeft technologiefederatie Agoria een berekening gemaakt die uitwijst dat het openstellen van data voor de Belgische bedrijfswereld een nettowinst kan opleveren van liefst 900 miljoen euro. In Nederland zijn de verwachtingen minder hoog gespannen, maar volgens minister van Economische Zaken Henk Kamp moet het openstellen van open databronnen door de overheid het bedrijfsleven 200 miljoen per jaar opleveren. In de diverse onderzoeken op Europees niveau worden bedragen genoemd van 27 tot 140 miljard.

In dat licht is het positief te zien dat in België alvast een strategie wordt uitgedacht rond open data. Maar ook daar is nog werk aan de winkel. Uiteindelijk stelt België zich tot doel om tegen 2020 data proactief ter beschikking te stellen. Waarom echter nog vijf jaar wachten, en ondertussen al die winst op het vlak van transparantie en economische meerwaarde laten liggen? In de huidige economische context moet elke maatregel die welvaartsverhogend kan zijn door de overheid worden aangegrepen.

Relevante data in creditmanagement

Gelijkaardige publicaties