Connaissez votre propre solvabilité!
Terug naar overzicht
blog

“Gered dankzij de WCO”

Een gezellig restaurant aan de Brusselse rand, populair in de businesswereld, een uitstekende daglunch, fonkelwater en een wijntje dat er zijn mag. Aan tafel zitten U.R.H.B. voorzitter Thierry Gernay en Eric Van den Broele van Graydon. Walter Verstraeten en dochter Charlotte, beide bestuurders van het bedrijf H&V Chemicals, zijn ten volle bereid te getuigen over hun WCO ervaring: een verhaal van vallen, opstaan, terug vallen en vechten. Zelfs hun gedelegeerd rechter, Frederik Vercauteren, schuift mee.

De voorgeschiedenis

W. Verstraeten: “H&V Chemicals is opgestart als privaatzaak. Omdat de zaken beter begonnen te lopen en uitbreiding namen, is die in 2001 omgevormd tot bvba. In 2002 is Charlotte erbij gekomen. In 2003 zijn we verhuisd naar Vilvoorde omdat we nood hadden aan grotere opslagruimtes, een kleine productiehal, kantoren, enzovoort.”

“We zijn een klein bedrijf, we kunnen dus niet spreken over businessunits of zo, maar we ontwikkelen drie hoofdactiviteiten.”

“Eerste activiteit is gewoon de inkoop en verkoop van chemicaliën, hoogwaardige nicheproducten die allesbehalve gemakkelijk te vinden zijn, aan cosmetica- en farmaceutische bedrijven.”

“In tweede instantie bieden we consulting, installatie en verkoop van producten die gebruikt worden binnen het kader van de industriële afvalwaters die moeilijk met conventionele methodes te behandelen vallen. Je ziet ons dus niet komen aan die grote installaties van bijvoorbeeld Aquafin, maar wel bij die industriëlen die echt moeilijkheden hebben met hun afvalwater omwille van bijvoorbeeld zware metalen.”

“Onze derde activiteit, die vooral door Charlotte ontwikkeld wordt, richt zich in zeer algemene termen op onderhoud. Onderhoud van machines bijvoorbeeld, maar in dat pakket vind je evengoed duiven- en knaagdierenbestrijding. Opnieuw gebruiken we hier geen conventionele methodes, maar maken we bijvoorbeeld gebruik van ultrasone apparatuur tegen knaagdieren en aromaverspreiding tegen de duiven.”

“Behalve in Nederland, waar we samenwerken met een distributeur, en behalve een distributiekanaal dat we onlangs zijn opgestart in Centraal-Afrika, verdelen wij alles zelf en werken wij uitsluitend B2B. Onze grootste makten situeren zich in de Benelux, Frankrijk en Zwitserland.”

“In de beste jaren haalden wij een omzet van om en bij het miljoen euro, in de mindere jaren zijn we gezakt naar niveaus rond de 300.000 euro. Ikzelf ben onbezoldigd zaakvoerder, Charlotte is bezoldigd zaakvoerder en we werken nog samen met een arbeider die op dit ogenblik economisch werkloos is.”

“Op het ogenblik dat we de bvba oprichtten is er in samenspraak met de bedrijfsaccountant een businessplan opgesteld. Eigenlijk is het die accountant die ons overtuigd heeft een bvba uit te bouwen omwille van het groeiende zakencijfer. Die bvba heeft ons toegelaten nieuwe markten te verkennen, te verhuizen en heeft ervoor gezorgd dat ook Charlotte, die zowel chemie als marketing studeerde, mee in de boot kon springen.”

De wet op de continuïteit van ondernemingen (WCO)

 In Foro: U bent anderhalf jaar geleden in WCO moeten gaan. Is er voor u een duidelijke oorzaak van het afzwakken van uw oorspronkelijk succesverhaal?

W. Verstraeten: “Er zijn natuurlijk verschillende oorzaken. Laat mij onmiddellijk duidelijk zijn: de grootste fout ligt bij ons, zonder enige twijfel. Er is een verval geweest van de markt. Wij hadden bijvoorbeeld behoorlijk wat business in de textielveredeling. Die markt is volledig in mekaar gezakt in Frankrijk en daar hadden we behoorlijk wat verlies mee opgelopen. Dat verval hebben we veel te laat opgemerkt en niet goed genoeg ingeschat. We zijn verder blijven teren op de manier die we gewoon waren: de uitgaven waren er nog, de inkomsten niet. Daarnaast gingen we op een gegeven ogenblik slechte partnerships aan. We waren te naïef en gaven markten weg omwille van de partners. Later zijn die op zichzelf gaan werken en hebben ze die ons gewoon afgepakt.”

Charlotte: “Maar toch: de boekhouder had al veel langer op voorhand moeten zien wat er aan het gebeuren was. Die heeft enkel op het allerlaatste moment gezegd dat we met onze rug tegen de muur stonden en niet verder meer konden: op dat ogenblik waren we al virtueel failliet. Hij had heel wat vroeger moeten tussenbeide komen en ons duidelijk gemaakt hebben dat het slecht ging, dat we met liquiditeitstekorten zaten.”

W. Verstraeten: “Wij hebben toen onmiddellijk gereageerd. De boekhouder hebben we buitengezet, want die was duidelijk niet goed. Tegelijk zijn we dan in WCO gestapt.”

Charlotte: “In de praktijk deed ik, om de kosten te drukken, een deel van de boekhouding. Ik zag de boekhouder om de drie maanden om de cijfers binnen te brengen en de btw-aangifte in te vullen. Nu eerlijk: ik kan die cijfers wel encoderen, ik kan er niets uit afleiden. We kregen wel elke keer grafieken terug met evoluties waaruit we nu weten dat we een tot twee trimesters vroeger hadden kunnen verwittigd worden dat het fout liep. Nu ja: de boekhouder die wij toen hadden, was een vrij groot bedrijf waar wij duidelijk maar kleine garnalen waren. Ik moest naar de boekhouder toe, hij kwam niet naar de klant.

W. Verstraeten: “Nu nogmaals, de fout ligt bij ons: wellicht hadden we ook dan de WCO niet kunnen vermijden. Wat wel waar is, is dat door er een of twee kwartalen vroeger in te stappen we meer ademruimte zouden hebben en we de WCO in een meer comfortabele startpositie zouden zijn binnengestapt.”

Charlotte: “Nu werken we met een andere soort boekhouder. Een klein bedrijf waarbij de man probleemloos naar ons toekomt. Een goede boekhouder moet tonen op welke posten kan bespaard worden, advies geven bij de cijfers, niet alleen statistieken leveren. Dat doet hij.”

“Die raad, die duiding bij de cijfers, hadden we broodnodig. Ook op emotioneel vlak waarderen we de houding van onze huidige boekhouder: hij wist en weet dat we het moeilijk hebben, dat sommige facturen, ook naar hem toe, niet tijdig kunnen betaald worden. Toch aanvaardt hij onze boekhouding verder te voeren. Dat in tegenstelling tot onze eerste boekhouder die zijn dienstverlening stopzette van zodra de vervaldag was overschreden. Ik heb hiervoor met ons papa nog ruzie gehad omdat hij bij die eerste boekhouder wou blijven. Nu zijn we beter af: als ik een probleem heb en erover mail, krijg ik een antwoord.”

W. Verstraeten: “Achteraf weten we nu dat we niets van de cijfers die onze vorige boekhouder doorstuurde begrepen, niet inzagen wat ze betekenden en hoe ze evolueerden. Nu, achteraf, weten we dat de periode waar die textielmarkt wegviel duidelijk in de cijfers te zien was, dat we toen hadden moeten reageren … maar we wisten het niet. De boekhouder is de man van de cijfers, wij zijn met onze producten bezig. We wisten wel dat het economisch wat slechter ging en dachten dat de minderverkoop daaraan lag, maar je stelt jezelf niet in vraag. Waarom heeft hij toen niets gezegd? Neen: hij heeft letterlijk van de ene dag op de andere aangekondigd dat we ‘virtueel failliet zijn’. Een donderslag!”

Charlotte: “We zijn enorm geschrokken, en eerlijk, hebben geweend. Maar goed: we hadden dus twee mogelijkheden, laten failliet gaan… ons eerste idee maar wat absoluut niet onze bedoeling was. Vijf minuten later was de reactie al anders: zo zijn wij niet. Kop recht en doorbijten. Het is nog de oude boekhouder die ons richting WCO heeft geduwd. Hij zei: ‘Je bent wel virtueel failliet, maar er bestaat nog zoiets als de WCO’. Wij zijn dus twee weken na die onheilsboodschap in WCO gestapt. Belangrijkst voor ons was even die adempauze kunnen nemen en te kunnen genieten van die bescherming.”

In Foro: Zijn jullie ooit opgeroepen geweest in het kader van preventief handelsonderzoek?

“Neen.”

In Foro: Goed, en verder?

W. Verstraeten: “Wij zijn eerst te rade gegaan bij een advocaat die gespecialiseerd was in WCO. Wij wisten niet beter. Die legde het verzoekschrift neer. Bij dat verzoekschrift stak al een aanzet naar een reddingsplan. Voor ons betekende dat heel wat nachtwerk, maar dan is de bal aan het rollen gegaan. Het eerste reddingsplan hebben we alleen opgesteld. We mikten zowel op het verminderen van de uitgaven als de manier waarop we betere inkomsten zouden verwerven.”

“Na het indienen van het verzoekschrift kregen wij bezoek van de gedelegeerd rechter die het voorlopig plan doornam, die onmiddellijk van commentaar voorzag en vooral: ons een zeer goede uitleg bezorgde over het verdere verloop van de procedure. Eigenlijk zijn er in de periode tot de behandeling van het verzoekschrift nauwelijks aanpassingen geweest aan dat eerste plan: de advocaat heeft toen enkel een aantal zaken omgevormd en meer conform de juridische gewoontes gemaakt. Dingen zoals ‘wij vragen aan de rechtbank’ vervangen door ‘het behage de rechtbank’.”

Charlotte: “Bij de behandeling van het verzoekschrift waren we allebei present. De rechtbank stelde ons vooral vragen over onze activiteit, waarvan ik kan begrijpen dat die voor een buitenstaander nogal flou overkomt, en over onze arbeider. Eigenlijk waren er geen vragen over het reddingsplan als dusdanig. We kregen onmiddellijk (nvdr: we schrijven 21/02/2011) een opschorting voor zes maanden. Na drie maanden kregen we wel een evaluatie, wat blijkbaar op de Mechelse handelsrechtbank de gewoonte was.”

In Foro: Had de gedelegeerd rechter op dat ogenblik al een fundamentele rol?

W. Verstraeten: “Wij hebben heel wat raad gehad. Het grote voordeel in vergelijking met een advocaat is dat de gedelegeerd rechter ook uit de industrie komt. Hij is zelf ondernemer of ondernemer geweest. Op het reddingsplan zelf hebben we weinig opmerkingen gehad. Dat begrijp ik ook: onze activiteit is sterk gespecialiseerd, ik kan me dus voorstellen dat iemand, ook al is het een oud-industrieel, niet kan inschatten of en in welke mate onze projecties haalbaar zijn. Maar de verstandhouding was goed, we hadden en hebben regelmatig contact met elkaar.”

Charlotte: “Een mooie voorbeeld van degelijk advies vanwege de gedelegeerd rechter is zelfs nog van recente datum. Niet meer dan een maand geleden stuurden wij een mailtje met de vraag of we iets aan het ondertussen goedgekeurde plan kunnen aanpassen. Het antwoord kwam onmiddellijk. Het is zelfs nooit bij ons opgekomen die vraag aan onze advocaat te stellen.”

W. Verstraeten: “De steun is niet echt concreet, de morele steun echter des te belangrijker. Wij hadden echt het gevoel dat er iemand achter ons stond: iemand die bevestigde dat wat we deden wel degelijk zinvol en haalbaar was, die bevestigde dat ons opzet kon lukken.”

Gedelegeerd rechter: “Daarom is net die evaluatievergadering na drie maanden zo belangrijk. Na drie maand zie je inderdaad of een bedrijf in staat is zijn lopende schulden te betalen, zelfs wat reserves op te bouwen. Als dat lukt weet je dat er mogelijkheden zijn en ga je er als gedelegeerd rechter ook voor. Het vertrouwen groeit en je hebt tijd om een realistisch plan op te stellen. Bovendien geloofde ik erin: er waren segmenten, neem nu de vogelbestrijding, waar duidelijk groeipotentieel in zit …”

In Foro: Je vonnis wordt publiek gemaakt, gepubliceerd …

W. Verstraeten: “En dan breekt de hel los. Het begint onmiddellijk bij de bank. We werken met twee banken. Een van de twee heeft ogenblikkelijk de kredietkaarten ingetrokken. Hier was geen enkele reden voor: er was geen enkele achterstand, toen niet, nooit niet. Bovendien hadden we via een organisatie rond diezelfde bank een leasing lopen op de wagen. Die is zelfs niet opgenomen in het WCO-plan, want er was niets achterstand op. We kregen wel onmiddellijk dreigbrieven die ons maanden tot correct betalen. Dat hoefde helemaal niet: de vervaldata zijn altijd gerespecteerd geweest. We hadden geen grote leningen openstaan, enkel een klein kaskrediet. Ook daar was geen achterstand.”

Charlotte: “Ook bij de leveranciers krijg je ogenblikkelijk een brandmerk. Iemand die in de WCO stapt gaat recht richting faillissement: dat is de teneur. Ik begrijp dat. Waarom? Alles wordt ervoor gedaan opdat je failliet zou gaan. Even verduidelijken: je zit in WCO en je moet je plan waarmaken. Hiervoor heb je geld nodig. Van de banken krijg je geen geld. Ik vind dat bizar: ik ben op de bank afgestapt met een duidelijk en zeer concreet project. Ik had bestellingen in mijn handen: ze konden die zien. Maar er is geen geld van zodra je in WCO bent.”

In Foro: Hebt u zelf initiatieven genomen om uw leveranciers meer vertrouwen te geven?

W. Verstraeten: “Naar de buitenlandse leveranciers toe hebben we zelf het initiatief genomen. We hebben hele stukken van het WCO-verhaal naar het Engels vertaald. Bovendien legden wij de link met de bekende chapter 11. Wij vroegen die buitenlandse leveranciers een volmacht te tekenen. Dat voorstel werd mede ondertekend door de gedelegeerd rechter.”

“Nu, ik moet ook nuanceren. Voor ons waren die bedragen fundamenteel belangrijk, maar voor de meeste leveranciers was het niet zo dat de bedragen die wij in de waagschaal legden voor hen het verschil zouden maken tussen leven en dood. Wij hadden een totale schuld van om en bij de 280.000 euro. Bovendien: in ons plan vragen wij geen kwijtscheldingen. Elke euro wordt tot de laatste terugbetaald. Een vrijstelling van intresten weliswaar, maar een 100% terugbetaling van de hoofdsom. Da’s altijd ons standpunt geweest. Het plan voorzag een afbetaling van alle schulden onder de 50.000 euro op 17 maanden, die boven de 50.000 op 39 maanden. We wilden een duidelijk signaal geven van credibiliteit. We wilden tonen dat we niet de bedoeling hadden met de voeten van onze leveranciers te rammelen. Achteraf gezien te kort voor ons, maar we wilden zo snel mogelijk van de schulden af. Bovendien: was alles uitgekomen zoals we het in het plan voorzagen, we hadden echt heel mooie projecten, dan zaten we nu op rozen.”

“We hebben nooit gedacht aan gedifferentieerde betaling. Als ik eerlijk ben: voor ons was het belangrijkste aan het WCO-gebeuren die zes maanden bescherming te krijgen om even op adem te komen, zodat we tijd zouden krijgen om bij onze positieven te komen, te zien wat we zouden doen. Het lijkt net alsof we het plan niet hebben opgesteld om het bedrijf te redden, maar om die zes maanden te krijgen, om tijd te kopen.”

“Daar komt ergens de begeleiding, niet zozeer op juridisch vlak maar wel op praktisch vlak, te kort. Zo’n plan zou beter begeleid moeten worden door mensen die ook in die business zitten. We hebben enorm veel zaken in dat plan gezet die echt veelbelovend waren, maar waarvan we daarna hebben gehoord dat die geen enkele kans van slagen hadden.”

“Ik geef een voorbeeldje. Vlak voor we in moeilijkheden kwamen hadden wij een contract met een Frans bedrijf die intelligente vesten voor de brandweer maken. Echt fantastische vesten met gps, automatische alarmen: dingen die echt mensenlevens kunnen redden. We zijn toen naar een brandweercommandant getrokken die letterlijk zei dat dat hetgeen was wat hij hebben moest. Indien hij mocht van de regering, zou hij onmiddellijk 100 pakken aankopen. Natuurlijk zetten wij dat in het reddingsplan: we waren ervan overtuigd dat dat in orde kwam. Daarna hebben we meetings gehad bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken waar we begrepen dat dat allemaal niet zo maar kon. Wij waren alleen met ons product en hadden dus een monopolie, wat helemaal niet mag. Wij moeten dus wachten tot Sioen, de grote leverancier van dat soort dingen, ook klaar is zodat wij ons in concurrentie kunnen stellen. Wij zijn dan mensen van Sioen gaan zien die ons vertelden dat hun plannen pas over vijf à zes jaar in dezelfde richting zouden gaan.”

“Een ander project heeft te maken met de kabeldiefstallen bij Infrabel. Een systeem dat ervoor zorgt dat dieven niet meer aan de kabels kunnen. Ze waren bij Infrabel razend enthousiast. Daarna is al die miserie begonnen tussen NMBS en Infrabel. Dat blijft maar aanslepen, dat dossier gaat niet vooruit. Het blijft wel in de pipeline. We hebben ondertussen wel geleerd aan zo’n zaken niet meer zoveel aandacht te besteden als we toen hebben gedaan. We hebben er heel veel tijd in gestoken, maar zo’n projecten zijn duidelijk meerjarenplannen. Er zijn momenteel zaken die lopende zijn en die sneller kunnen evolueren. Daar moeten we onze tijd nu insteken.”

Charlotte: “Uiteindelijk zijn er nog een pak elementen in het plan die wel functioneren. Toch kunnen we het plan niet volledig volgen. Het grote probleem is hier dat we sinds het begin van de WCO continu met voorafbetalingen worden geconfronteerd. Daar hadden we geen rekening mee gehouden. We zaten dus voortdurend met een tweespalt. Of de leveranciers betalen volgens het WCO-plan, of de producten kopen die we nodig hadden om de nieuwe bestellingen te kunnen uitvoeren. Deden we het laatste niet, dan waren we de bestelling kwijt … Daarom vroegen we recent aan onze gedelegeerd rechter of we het plan kunnen bijsturen. Da’s dus duidelijk een probleem binnen het WCO-gebeuren. Je zou het plan onderweg moeten kunnen bijsturen, zowel in positieve als in negatieve zin.”

“We kunnen inderdaad het plan niet volledig volgen. De grootste schuldeiser wordt perfect volgens het plan betaald. De tweede grootste, daar hebben we een deal mee kunnen maken omdat die ons ook nodig heeft. Daar hebben we onderhands het plan enigszins kunnen aanpassen. De andere twee blijven leveranciers, die betalen we verder af, maar we zijn niet op schema. We staan nu zo’n 14% achter. We zijn dus de termijn van de terugbetaling wat aan het rekken om over voldoende werkmiddelen te kunnen beschikken.”

In Foro: Is het plan met alle leveranciers besproken?

W. Verstraeten: “Neen, niet echt. Het plan hebben we opgesteld en voorgelegd. We hebben het plan vertaald naar het Frans en het Engels en opgestuurd en aan iedereen een stemming bij volmacht gevraagd. Alle antwoorden waren positief. Dat kon ook moeilijk anders: wie weigerde sprak eigenlijk ons faillissement uit. De beste manier om niets terug te krijgen terwijl nu de kans op terugbetaling reëel is. Daarnaast hadden we geen enkele schuld bij de overheidsschuldeisers zoals BTW en RSZ. We wisten inderdaad dat de “gevaarlijkste” mensen net BTW en RSZ waren. We hebben die altijd betaald.”

In Foro: Hoe draaien jullie nu?

Charlotte: “Nog geen winst, maar de afgelopen tijd draaien we break even. Volgens het plan zouden we vanaf het tweede jaar terug winst maken. Dat hebben we nog niet kunnen maken. Natuurlijk: je moet er wel rekening mee houden dat we ondertussen ruim 70.000 euro schulden hebben terugbetaald. Zonder dat zouden we verleden jaar 6% winst gehaald hebben. Onze omzet is gestegen naar 500.000 euro. Op termijn komt dus alles wel goed.”

“Maar zelfs met dergelijke resultaten heeft het geen zin naar de bank te stappen. Wij hebben geld nodig voor projecten, je toont je cijfers en zelfs dan is met geld over de brug komen geen optie.”

In Foro: Hoe hebben de klanten gereageerd?

W. Verstraeten: “Eigenlijk geen reactie. We hebben geen enkele klant verloren door de WCO. Nu moeten we zeggen: we zijn ook niet naar de klanten toegestapt met ons WCO-verhaal. Sommige klanten wisten dat we moeilijkheden hadden, maar begrepen dat. Wel hebben we zelf op onze situatie ingespeeld. We hadden nogal wat klanten die op 90 dagen betaalden, zelfs 90 dagen einde maand. Veel van die jongens hebben we teruggeschroefd naar 30 of 60 dagen.”

In Foro: Wat vindt u naar uw ervaring goed aan het WCO-gebeuren, en wat zou er moeten bijgestuurd worden?

W. Verstraeten: “Om te beginnen alvast de mogelijkheid om het plan aan te passen aan een veranderende situatie. Je zou terug naar je rechter moeten kunnen stappen en mits goed verantwoord een maand of twee, drie uitstel moeten kunnen vragen met betrekking tot de afbetaling van je reddingsplan. Nu een plan opstellen voor vijf jaar is eigenlijk niet realistisch: niemand heeft een glazen bol.”

“Ook een meer specifieke begeleiding is meer dan noodzakelijk. Wij zijn zo bij een gespecialiseerd consultancybureau in WCO-begeleiding uit Meise terecht komen. Op het eerste zicht lijkt het allemaal wel mooi tot je de eerste factuur in de bus krijgt. Da’s gewoon niet haalbaar. Bovendien nemen die onmiddellijk de meest extreme houding aan. Wij kregen het advies ons gecontroleerd te laten failliet gaan. Leveranciers die geen zaken meer doen met ons hoefden we volgens hen niet meer te betalen. Wij kregen letterlijk te horen dat we 200.000 euro af aan het betalen waren aan mensen die we nooit meer zouden zien. Het zou dus evidenter zijn ons te laten failliet gaan en te herbeginnen. Nu, dat druist in tegen onze principes. We hebben schulden gemaakt, dus moeten we ze betalen, daarmee basta.”

“Wat mij het meeste stoort is de houding van de banken.”

“Uiteindelijk zijn we optimist. Positief aan de WCO: het drukt je met de neus op de feiten, het doet je nadenken. Maar je blijft onder druk staan, we struggelen echt. Je zit met een continu thesorieprobleem. Het is contradictorisch: je bent een bedrijf in moeilijkheden en je krijgt nergens ook maar een spatje financiële steun. Daar blijft het continu wringen.”

Charlotte: “Soms is het schizofreen. Als er nu bijvoorbeeld een bestelling binnenkomt is de reactie bijna van: “Oei, een bestelling” en “waar halen we het geld vandaan om die bestelling te realiseren? Da’s geen normale reactie voor een ondernemer. Toch raar? Er is geen grotere zekerheid, geen groter bewijs dan een bestelling en toch vind je er geen financiering voor. Je moet je voorstellen dat we onlangs met 40.000 euro aan bestellingen zaten, wat voor ons veel is. Omwille van onze WCO, waarbij we in eerste instantie moesten afbetalen, konden wij daar niets van waarmaken. Nu, ondertussen hebben we ook geleerd dat onze klanten sneller moeten betalen. Onze nieuwe klanten staan nu op 30 dagen. Het helpt al iets. Het is elke dag knokken maar we zullen eruit geraken.”

In Foro: Nog bedenkingen?

W. Verstraeten: “Het jammere rond heel het WCO-gebeuren is dat het precies een enorm taboe is. Dat moet doorbroken worden. Nochtans is het de moeite waard om je ervaring daarrond te delen. Wij hebben door scha en schande geleerd. Wie denkt aan WCO moet zich in eerste instantie degelijk laten begeleiden, en liefst door mensen van op het terrein, met dezelfde industriële achtergrond. Wij denken ook dat je best niet rechtstreeks naar een advocaat stapt: je hebt gewoon geen advocaat nodig, integendeel.”

“Moest het te herdoen zijn, dan zou ik gewoon zelf naar de rechtbank stappen, zelf een verzoekschrift indienen … Nu heb ik soms de indruk de verkiezingscampagne van mijn advocaat betaald te hebben. Ik bleef maar facturen krijgen. Toen ik belde en vroeg waarom, antwoorde die dat de procedure liep terwijl de homologatie al zes maanden was uitgesproken. Zijn reactie “ja maar, jullie hebben mij nooit verwittigd …”. Eigenlijk heb je, zeker voor de procedurele kwesties, ruim voldoende met de gedelegeerd rechter (nvdr: de gedelegeerd rechter die bij het interview aanwezig was merkte hier op dat de desbetreffende advocaat: “den duursten is”). Het hele WCO zou een stuk transparanter moet gemaakt worden. Iedereen zou moeten weten dat het bestaat. Het brandmerk ‘WCO is bijna faillissement’ zou moeten weggehaald worden. Eigenlijk zou je voor je in WCO gaat al een stuk begeleiding moeten krijgen. Iemand zou dan je situatie moeten bekijken en een uitspraak doen over de haalbaarheid van het project. Da’s geen taak voor de overheid, maar voor de accountant en de adviseur.”

Fiche H&V Chemicals

•        Opgericht als bvba op 12/07/2001 met maatschappelijk kapitaal van 18.600 euro (volstort)

•        Zetel in Muizen, bijkomend adres in Vilvoorde

46751 (1) Groothandel in chemische producten voor industrieel gebruik Grossiste en produits chimiques à usage industriel

46120 (0) Handelsbemiddeling in brandstoffen, ertsen, metalen en chemische producten Intermédiaire commercial en combustibles, matières minières, métaux et produits chimiques

71121 (0) Ingenieurs en aanverwante technische adviseurs, exclusief landmeters Ingénieurs et conseillers techniques, hors géomètres

•        Vonnis Opschorting: 21/02/2011 voor de handelsrechtbank van Mechelen

•        Homologatie reorganisatieplan (collectief akkoord): 6/06/2011

Gelijkaardige publicaties