De inwerkingtreding van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (GDPR) komt snel dichterbij. De Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer (kortweg de Privacycommissie) moest dus grondig hervormd worden om naleving van de GDPR zo goed mogelijk te garanderen. Hiertoe werd op 10 januari 2018 de wet van 3 december 2017 tot oprichting van de Gegevenbeschermingsautoriteit (GBA) gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. De wet zal op 25 mei 2018, samen met de GDPR, in werking treden.
Samen met de naamswijziging worden ook de bevoegdheden van de Gegevensbeschermingsautoriteit danig uitgebreid. De nieuwe structuur bestaat uit zes organen (art. 7):
Daarnaast wordt er nog een reflectieraad opgericht die niet-bindende adviezen zal verstrekken aan de Gegevensbeschermingsautoriteit omtrent elke aangelegenheid die betrekking heeft op de bescherming van persoonsgegevens. Deze reflectieraad maakt evenwel geen deel uit van de Gegevensbeschermingsautoriteit (art 35).
Waar de Privacycomissie voornamelijk een adviesbevoegdheid had, worden de bevoegdheden van de Gegevensbeschermingsautoriteit danig uitgebreid. Zij krijgt naast een adviesbevoegdheid, ook een controlebevoegdheid. Daarnaast kan ze geschillen beslechten en sancties opleggen, allemaal met de bedoeling om de nakoming van de GDPR te garanderen.
Naast haar adviesfunctie zal de Gegevensbeschermingsautoriteit toezien op de naleving van de grondbeginselen van de bescherming van persoonsgegevens. De inspectiedienst krijgt hierbij, conform de modaliteiten bepaald in de wet, de bevoegdheid om:
De personen die het voorwerp uitmaken van een controle, zijn verplicht hun medewerking verlenen.
De Gegevensbeschermingsautoriteit is bevoegd om inbreuken op de grondbeginselen van de bescherming van de persoonsgegevens ter kennis te brengen van de gerechtelijke autoriteiten. Waar passend kan ze zelfs een rechtsvordering instellen om deze grondbeginselen te doen naleven.
Daarnaast krijgt de Gegevensbeschermingsautoriteit ook een eigen administratief geschillenorgaan. De geschillenkamer kan schikkingen voorstellen, bevelen geven, dwangsommen en administratieve boetes opleggen en verwerkingen bevriezen of verbieden.
De geschillenkamer kan ingeschakeld worden door de eerstelijnsdienst, door een betrokken partij zelf of door de inspectiedienst, nadat deze een onderzoek heeft afgesloten.
Zowel de eerstelijnsdienst, een betrokken partij of de inspectiedienst (nadat deze een onderzoek heeft afgesloten) kunnen de geschillenkamer aanspreken.
Tegen de beslissingen van de geschillenkamer staat beroep open bij het Marktenhof, die de zaak behandelt zoals in kortgeding.